Van ontslag naar omslag
Artikel: Van ontslag naar omslag
Je ontslag is een crisis waar je een kans van kunt maken. Dat klinkt logisch, maar als je er in zit komen er zo veel dingen meer bij kijken, zoals de angst dat je alles wat je hebt kwijt raakt. Als je je sterk identificeert met je werk, dan raak je met het ontslag ook (een deel van) jezelf kwijt. De omgeving kan druk uitoefenen met opmerkingen als: “Zorg vooral dat je zo snel mogelijk iets nieuws krijgt want het valt niet mee in ‘deze markt’.” Je emotionele systeem zit vol woede over hoe het gegaan is bij je vorige werk. Kortom, bij ontslag hoort onzekerheid, boosheid en angst. Hoezo OMSLAG?
Nu is het natuurlijk niet reëel om, als je in zo’n situatie zit, te denken dat je iets moois overkomt. Maar de meeste mensen die een volgende stap hebben gemaakt vanuit hun persoonlijke bezieling zeggen, dat het achteraf een van de belangrijkste periodes was in hun werk en vaak ook in hun leven.
Erik Schutten werkt inmiddels meer dan 20 jaren op het gebied van ‘mens en werk’ en daarbij ook met ontslagkwesties. Sinds 2001 is hij zelfstandig loopbaanbegeleider en outplacementadviseur bij Bureau de Poort.
“Soms gaat het in mijn praktijk om mensen die zelf graag iets anders willen met hun werk, maar meestal gaat het om mensen waarbij het lot van (aanstaand) ontslag heeft toegeslagen. Bij meer dan 90% van de mensen die ik begeleid heb blijkt dat er al geruime tijd voordat het noodlot toesloeg van alles leek te spelen. Op een bepaalde manier kan het dan heel bevrijdend zijn als je dat ook kunt zo kunt zien. Je bent niet alleen slachtoffer maar er is ook een soort bevestiging van een situatie die voor jou al langer speelde. De grote schok bij ontslag gaat vaak over vertrouwen; het lijkt of jij even helemaal niets meer waard bent. Maar als je gaat zien hoe het eigenlijk al niet meer zo ging dan kun je de ontstane situatie misschien ook gaan zien als de opmaat naar iets anders wat misschien wel veel beter bij jou past.”
Je mag ook zeggen dat er een grote schok is voor jouw ego, je persoonlijkheid. Op de een of ander manier heeft bijna iedereen de neiging uit te gaan van doorgaande groei en is het heel moeilijk omgaan met discontinuïteit. Maar als je iets verder kijkt, is alles wat bestaat ooit ontstaan en zal weer vergaan. Diep van binnen weten we natuurlijk dat niet alles altijd alleen maar een opgaande lijn is. Na de dag komt de nacht, na de zomer de herfst en na elke inademing een uitademing. Alles heeft zo een bepaald ritme en verandert voortdurend. Als je die kant van de “discontinuïteit” ook onder ogen ziet dan schept dat een enorme mogelijkheid om ruimte te gaan zien en ervaren in de situatie waarin je beland bent. Je kunt dan stil staan bij wat je het liefste zou willen, wat je anders zou willen en zou willen leren. Dat schept ruimte voor onderzoek, dan kan de vraag voor jou aan de orde komen: welk werk heeft zin? Waar ligt een nieuw begin? Je gaat zien dat je vanuit je zelf, ja zelfs vanuit je eigen hart, sturing kunt geven aan je eigen loopbaan.
Hoe kan ontslag ook een omslag worden?
Belangrijk is, om in geval van ontslag aandacht te besteden aan afscheid op je werk. Concreet betekent dit dat je echt bij de vorm stil staat, waarin je dat zou willen doen. Wie goed afscheid neemt kan makkelijker naar iets nieuws bewegen. Neem je persoonlijk afscheid? Geef je een receptie of schrijf je een brief? Waar neem je afscheid en van wie? Emotioneel betekent afscheid: hoe maak je jezelf ook zo veel mogelijk vrij en haal je projecties terug? Dit laatste betekent concreet dat je zelf ook jouw eigen aandeel in de ontstane situatie gaat herkennen in plaats van alle schuld naar de ander te schuiven.
Wie loslaat heeft twee handen om iets nieuws aan te pakken. Roel Wink, collega outplacementadviseur, schreef het in een artikel zo: “Een afscheid betekent, idealiter, dat we ons afscheiden van het oude en dit loslaten zodat er ruimte ontstaat voor iets nieuws.” Eigenlijk is afscheid dus te beschouwen als het nemen van een drempel, een overgang. Het oude is nog niet helemaal weg en het nieuwe is nog niet volledig aanwezig. Dat maakt afscheid nemen tot een proces dat met allerlei gevoelens en vragen gepaard kan gaan. Gaan we daarmee om of gaan we daarom heen? En hoe zit het eigenlijk met dat afscheiden na een periode van werken of samenwerken? Wordt er echt iets afgerond? Wordt er geoogst? Zijn de dingen die gezegd moeten worden ook werkelijk uitgesproken? Of blijft er van alles liggen waar iemand later nog over kan struikelen?
Zo gezien is afscheid nemen eigenlijk aan de orde van de dag. Je ontwikkelt jezelf steeds verder, de omgeving verandert, kinderen worden volwassen, je verandert van baan, je verhuist, etc. Daarom is aandacht besteden aan afscheid en om het te leren zien als een waardevolle overgang naar iets nieuws, een belangrijke vaardigheid. Schutten: “Vaak vraag ik mensen dan ook aan het begin van zo’n ingrijpend proces of ze ook een beetje kunnen genieten van het feit dat ze even (in die overgang) geen verplichtingen hebben, even een ‘soort van vrij’ zijn? De meesten schrikken hiervan. Ze zijn in hun gedachten vooral bezig met het zo snel mogelijk willen instappen op iets nieuws, hun ‘probleem op te lossen’. Druk van buitenaf speelt hier vaak een belangrijke rol. Dat is jammer, want dan sla je een belangrijk deel over in het proces om te kunnen komen tot een omslag. Dit voelt in eerste instantie vooral als ‘stilstaan’. En wat vinden we dat moeilijk.”
Afscheid nemen en loslaten
Daar waar we eerst geneigd zijn om de nieuwe realiteit te ontkennen, is het dus van belang om de realiteit bij een afscheid helemaal onder ogen te gaan zien. Natuurlijk zijn we in het begin erg emotioneel. Woede en verdriet maar ook ongeloof zijn belangrijke emoties. Maar kunnen we deze ook loslaten en zo ook weer meer in de realiteit terecht komen? We kunnen ook de neiging hebben om een soort strijd aan te gaan met onze vermeende tegenstanders en het onderste uit de kan willen hebben. Het is belangrijk ook hierin reële grenzen te gaan stellen die recht doen aan jou en datgene wat er gebeurd is. Ten slotte zal er nieuw perspectief ontstaan. Dit is iets anders dan een doffe berusting dat het is ‘zoals het is’.
In zijn praktijk ziet Schutten vaak dat er een aantal houdingen en gedragspatronen zijn, die het verwerkingsproces van mensen kunnen belemmeren. Een ervan is, om ‘struisvogelpolitiek’ te bedrijven. Je houdt je mond dicht tegenover jezelf en je omgeving en doet net of er niets aan de hand is. Maar niet verwerkte emoties kunnen nog lange tijd daarna in de weg zitten bij je verdere functioneren.
Een andere: je hangt ‘De stoere jongen’ of ‘vlotte tante’ uit en maakt jezelf en anderen wijs dat het je niet raakt. Uiteindelijk zal ook dat eerder averechts werken dan in je voordeel. Het zal op de achtergrond blijven sluimeren en het vergroot de kans dat het je beslissingen in negatieve zin beïnvloedt.
Weer anderen hebben de neiging om overhaaste beslissingen te nemen en bepaalde (reflectieve) stappen over te slaan bij zich zelf. Hierbij is het risico van een onjuiste beslissing erg groot. Je neemt bijvoorbeeld genoegen met een baan ‘om maar van de ellende af te zijn’. Je hebt niet eens een visie gecreëerd op je eigen toekomst en een onderzoek gedaan naar wat de markt vraagt en je bieden heeft.
Een ander risicovol gedragspatroon is, om in plaats van je actief te richten op de toekomst, eerder de neiging te hebben om je energie te blijven richten op het verleden: ‘Zij moeten maar voor mij zorgen!’ Je blijft omzien in wrok en volhardt in een afhankelijke rol in plaats van zelf initiatieven te nemen. De vinger blijft voortdurend gericht op de ander, de schuldige. Het omgekeerde komt ook voor: dat je vooral je zelf allerlei verwijten maakt, en meer oog voor hebt voor je tekortkomingen dan voor je eigen sterke punten en kernkwaliteiten. Je loopt het risico dat dit je bij de presentatie aan potentiële nieuwe werkgevers in de weg zit.
Als je dit allemaal leest begrijp je dat voldoende aandacht voor het afscheid als proces je echt kan helpen om sneller en beter voorbereid op stap te gaan op jouw ‘loopbaanpad’. Maar het vraagt ook een soort uithoudingsvermogen en moed omdat er nog steeds geen “oplossing” is.
Between jobs: de functie van leegte, uithouden én moed
In de leegte tussen het oude en het nieuwe kom je jezelf tegen. Het boeddhisme kent de term “Bardo”. “Bardo” betekent in het Tibetaans ‘overgang’ of ‘de opening tussen het einde van de ene situatie en het begin van een nieuwe’. Je kunt hierbij dus ook denken aan een periode tussen de ene baan en de andere baan. In de oorspronkelijke betekenis gaat het om de overgang van het ene naar het andere leven. Volgens het Tibetaans Boeddhisme zijn bardo’s momenten waarop de mogelijkheid van grote veranderingen, bevrijding en zelfs verlichting versterkt aanwezig is. Op zulke momenten heeft alles wat je doet een doorslaggevend en verreikend effect. Hierin gaat iedereen een eigen pad. Daarop ontdek je wat jouw leven/ werk voor zin kan hebben, waarin jij ook het verschil in de wereld kunt maken. In deze lege periode wordt vaak ook de relatie tussen de ‘bovenstroom’ van de vormen in je leven (zoals weerspiegeld in bijvoorbeeld je werk) met je onderstroom (jouw levensthema’s, die vaak onder de oppervlakte liggen) zichtbaarder. Een voorbeeld: Je loopt vast in je werk (de zichtbare bovenstroom). Hierbij is er een verband met dat jij minder functioneert, omdat jij al heel lang compromissen sluit ten aanzien van wat je vanuit je hart het liefste wilt in je werk (de onzichtbare onderstroom) (lange zin) Zo beter?. Zo kan een wonderlijk samenspel tussen deze 2 stromen ontstaan waarbij een stap in de onderstroom vaak samen kan hangen met een nieuwe vorm in de bovenstroom (en ook andersom). Met name om ook die onderstroom te zien, is het belangrijk stil te staan, in de spiegel te kijken.
Om van ontslag een omslag te kunnen maken is het cruciaal jezelf een aantal vragen te stellen. Refererend aan de onderwerpen die ook in onze loopbaantrajecten aan de orde komen zijn een aantal vragen cruciaal. Dit zijn vragen die het beste beantwoord kunnen worden in tussenfase van de Bardo. Overigens wil dit niet zeggen dat ze ook niet onder andere omstandigheden onderzocht kunnen worden. Sterker nog, als je eenmaal dit pad bent ingeslagen, draag je deze vragen bij je en kijk je er ook naar in rustige omstandigheden. Wat in een ‘bardo’ wel het geval is, is dat het effect van keuzes en intenties groter is, sterker is:
- Wanneer was je, terugkijkend, nog in je kracht en in je element binnen je werk? En waar was je zelf wellicht ook al afgehaakt en diende het werk jou ook al niet meer?
- Waar loop je in werk steeds weer in vast, in welke situaties, met wat voor een soort mensen? Hoe doe jij dat? Hoe zou je dat ook anders willen?
- Wat is de grootste schat die je meeneemt van je vorige werk?
- Welke boodschappen heb je van huis uit meegekregen over werk?
- Wanneer ben jij in je element, waar liggen je successen, wat kun jij goed, wat zijn je talenten?
- Wat heb jij de wereld te bieden en waar zou je dit het liefst willen doen?
- Waar droom je van?
Betekent omslag ook dat je helemaal iets anders gaat doen?
Nee! De essentie is stil staan bij wat je wilt, in aansluiting op wie je bent. In de diepte hangt dit sterk samen met het voorgaande: je brengt jezelf in overeenstemming met waar jij je bevindt op je levenspad. Afhankelijk van de fase waarin je zit, spelen andere waarden een rol. Je wilt misschien andere talenten van jezelf verder ontwikkelen of je kennis en vaardigheden op een ander, breder, terrein inzetten. Dat vraagt moed, de moed jezelf ook onder ogen te zien.
Een voorbeeld uit de praktijk van Schutten illustreert hoe ontslag een omslag kan zijn en wat moed in dit kader betekent. De betrokken vrouw kwam uit de administratieve hoek. Ze wist dat ze iets anders wilde gaan doen, maar worstelde zo zozeer met de vraag naar het hoe en wat, dat zij depressief was geworden. Ze had hierover al meerdere gesprekken gevoerd met een coach maar haar lust om iets te ondernemen was helemaal weg. Ze wilde eigenlijk helemaal geen werk meer doen en al helemaal geen werk wat administratief was. Maar wat nu wel? Tijdens de intake die ze had bij Schutten, bleek dat ze het primair helemaal niet moesten hebben over werk. De aandacht kwam meer op haar zelf te liggen, op haar wensen en verlangens (je mag ook zeggen op haar ‘onderstroom’). Uiteindelijk werd de cruciale vraag wat zij nu echt graag deed, en wat ‘leuke dingen doen’ voor haar betekende. Hierin kwam de wens tot creativiteit naar voren, en tegelijkertijd ook al haar opvattingen die ze hierbij had. Door wat nader in te gaan op haar kernovertuigingen kregen we steeds beter zicht. Thuis had ze een ‘no-nonsense’ mentaliteit meegekregen: ‘Met kunst daar verdien je geen brood mee’. En bovendien ‘doe nu maar gewoon …’. Deze meningen waren erg diep genesteld. Mede gestimuleerd in het begeleidingsproces om dit verlangen toch eens verder te onderzoeken werd ze steeds enthousiaster en er groeide een idee om een kunstopleiding te gaan doen. Dit zou wel betekenen dat zij zou moeten inleveren in financiële zin. Ze zou een tijdje niet werken. Haar partner zou dit wel voldoende kunnen opvangen (en was hier ook van harte toe bereid) maar haar eigen opvatting was dat zij, feministisch gevormd als zij was, op eigen benen moest staan. Door uiteindelijk de impact van haar denkbeelden onder ogen te zien en deze als overtuigingen en niet als de waarheid te gaan zien, kon zij een besluit nemen om een oriëntatiejaar op de kunstacademie te volgen. Hier was voor haar oprechte moed nodig. De moed om het pad te volgen op basis van haar wensen, dromen en talenten. Een jaar later was ze toegelaten tot de kunstacademie en werkte daarnaast, ook met veel plezier, in een administratieve baan. Voor haar een ideale combinatie om stappen te kunnen zetten in het verder vervullen van haar wensen.
Nu is niet elke omslag groots en meeslepend, maar iedereen komt in het leven het moment tegen dat er gekozen kan worden tussen zich aanpassen aan hoe het altijd gegaan is of aan de verwachtingen of het kiezen van een eigen, authentiek pad. En voor het gaan van dit authentieke pad is de eerder genoemde moed nodig.
Zo vraagt het bijvoorbeeld moed om:
Reële grenzen stellen
i.p.v. Doorzetten, alles doen voor een ander, je overal verantwoordelijk voor voelen.
Eigen ruimte innemen en zorgen voor jezelf
i.p.v. Zelfopoffering, de ander alle ruimte geven.
Keuzes maken vanuit je eigen waarden
i.p.v. De veilige weg kiezen, inschatten wat je het meest oplevert
Je zelf in alle kleur laten zien
i.p.v. ‘Doe maar gewoon …’
Ik ben ook kwetsbaar
i.p.v. Ik houd de boel onder controle
En zo zijn er nog wel wat voorbeelden te noemen. In alle gevallen kun je stellen dat er een verschuiving in de oriëntatie is van ‘je aanpassen aan de ander en/of de omgeving’ naar ‘handelen vanuit eigen autoriteit’. Als je dit nog nooit gedaan hebt en hier toch mee gaat “oefenen” dan kom je op een eng en spannend terrein terecht. Want ‘zo’ heb je het immers nog nooit gedaan. Er is moed voor nodig om daarin je weg te blijven vervolgen.
Als dit lukt, vindt er een verschuiving in jezelf plaats. In plaats van reactief word je creatief. Je doet steeds meer de dingen die bij jou horen, omdat je minder vanuit vaste patronen en overtuigingen reageert en beter luistert naar jezelf. Creativiteit is iets dat kan ontstaan als je jezelf wat kunt ontspannen en vrij voelt. Je kunt niet zeggen ‘nu moet ik creatief zijn’. Het gaat meer over ontvangen dan over afdwingen. Op het moment dat er dan een stroom op gang komt dan volg je deze. Je weet dan niet waar het uitkomt. Dat is iets wezenlijks anders dan vanuit je eigen ideeën controle hebben over wat er allemaal gebeurt. Ons ego heeft juist dit laatste als neiging. En hier zit ook een crux. Want waar kun je je op richten als minder controle hebt? Wat blijft er dan over? Dit ‘niet weten’, dat vraagt moed, de moed om met discontinuïteit om te kunnen gaan. Moed om te vertrouwen op je zelf of misschien wel op iets wat nog veel groter is dan jij: het leven zelf?
Erik Schutten werkt sinds 2001 zelfstandig coach bij Bureau de Poort. Dit artikel heeft hij in samenwerking met het ITIP geschreven. Hier werkte hij van 2008 tot 2018.